Sarah knikte. « Ja. »
Felicia’s ogen werden glazig. « Ik wilde ontsnappen. »
Sarah’s stem was zacht. « Je hebt het niet gedaan. »
Felicia dronk water en probeerde haar lichaam ervan te overtuigen dat het veilig was.
Terwijl ze naar de lift liepen, liep Karen samen met haar advocaat via de zijdeur naar buiten.
Karen zag er anders uit dan in de vergaderruimte.
Nog steeds elegant, nog steeds beheerst, maar er was spanning rond haar mond en spanning in haar ogen.
Ze keek naar Felicia.
Hij keek echt.
Felicia voelde een tinteling op haar huid.
Karens blik gleed over Felicia’s gezicht, alsof ze de schade aan het beoordelen was.
Toen glimlachte Karen.
Het was dezelfde glimlach die nooit op haar gezicht was verschenen.
« Mevrouw Carter, » zei Karen met kalme stem.
Felicia’s keel kneep samen.
Sarah kwam iets dichterbij, blokkeerde de weg niet, was gewoon aanwezig.
Felicia dwong zichzelf Karen in de ogen te kijken.
« Mevrouw Holloway, » zei Felicia.
Karen kantelde haar hoofd. « Het spijt me dat je… verward ».
Verward.
Dit woord trof me als een klap in mijn gezicht.
Felicia’s borst trok samen en woede groeide.