Op haar 26e liep Amira een café binnen met meer dan alleen een tas. Er waren twee jaar van stille oordelen, een verschoontas die bijna militair streng was klaargemaakt, en bovenal een klein meisje dat tegen haar heup aan lag. Ze wist dat wat ze deed de enige kans op liefde die ze zichzelf al lange tijd had toegestaan, kon verpesten.
Bij het raam stond Abram al. Als alleenstaande vader, weduwnaar, wachtte hij terwijl hij keek hoe zijn koffie afkoelde. Hij had zich op het ergste voorbereid. Niets had hem echter voorbereid op dit precieze moment: toen zijn blik van Amira afglip… naar het kind in zijn armen.
Amira voelde haar maag samentrekken. Dat is het, dacht ze. Ze wist uit haar hoofd wat er daarna gebeurde: het ongemakkelijke excuus, het haastige vertrek, de ongemakkelijke stilte. Ze had haar jurk zorgvuldig gekozen, haar haar gestreken, elke minuut van de ochtend onderhandeld met een tweejarige die vastbesloten was niets te doen zoals gepland.
« Amira, » zei ze terwijl ze naderde. « En dit is Kira. Mijn dochter. De woorden kwamen er in één keer uit. « Ik weet dat ik had moeten waarschuwen, maar ik ben het zat om me te verstoppen. We zijn een geheel. Als het te veel voor je is, begrijp ik het. Eindelijk… bijna. »
De stilte drukte zwaar op ons. Amira observeerde elke uitdrukking op Abrams gezicht: verrassing, reflectie, en dan iets onverwachts.
« Wil je gaan zitten? » vroeg hij eenvoudig.
Ze knipperde met haar ogen. « Jij… Je gaat niet weg? »
Hij haalde zijn schouders op met een lichte, vermoeide glimlach. « Waarom zou ik dat doen? Ik heb een dochter van vijf jaar. Laten we zeggen dat ik het concept van het « complete pakket » heel goed begrijp. »
Amira voelde haar benen verzwakken toen ze ging zitten. Kira, al op haar schoot gezeten, begon de tafel te verkennen met de ernst van een wetenschapper.
« Marley, » voegde Abram toe. « Mijn dochter. Ze is bij mijn moeder thuis. »
Voor het eerst lacht Amira. Een echte lach, verrast, bevrijdend.
« Mama, honger, » zei Kira autoritair.
Voordat Amira kon antwoorden, riep Abram naar de serveerster. « Ze hebben hier fruit en koekjes. Dat is wat mijn dochter altijd neemt. »
Amira keek hem verbijsterd aan. Dit eenvoudige gebaar was meer waard dan honderden woorden.