Stap 1:
De eerste en misschien wel belangrijkste taak voor succesvol inmaken is het steriliseren van je containers. Was je potten en deksels grondig in heet, zeepwater en spoel ze daarna af. Dompel ze daarna onder in een grote pot koud water en zorg dat ze helemaal ondergedompeld zijn. Breng het aan de kook en laat het minstens 10 minuten koken. Zet het vuur uit en haal de potten eruit met een tang, zonder de binnenkant aan te raken. Laat ze ondersteboven drogen op een schone theedoek. Deze stap is niet onderhandelbaar, het garandeert de afwezigheid van bacteriën en perfecte conservering.
Stap 2
Terwijl de potten drogen, laten we de sterren van de dag aanpakken: courgette. Was en droog ze goed, en knip daarna de uiteinden af. Hier komt de mandoline om de hoek kijken. Dit bestek is je beste bondgenoot om dunne en gelijkmatige plakjes van ongeveer 2 tot 3 millimeter dik te krijgen. Consistentie is essentieel voor een gladde, smeltende textuur na het inmaken. Als je geen mandoline hebt, wapen jezelf dan met geduld en je scherpste mes om dezelfde finesse te bereiken.
Stap 3
In je grote Dutch oven giet je de witte wijnazijn, water, grof zout en een lepel suiker. Breng dit mengsel, dat pekel wordt genoemd, aan de kook. De pekel zal de courgette niet alleen vooraf koken, maar ook het conserveringsproces starten door het medium te verzuren, wat de ontwikkeling van ongewenste micro-organismen voorkomt.
Stap 4