2. Bakken
Bekleed een bakplaat met bakpapier en verdeel het beslag gelijkmatig. Strijk de bovenkant glad zodat de biscuit overal even dik is. Bak ca. 10 minuten in een voorverwarmde oven op 200°C hete lucht.
Doe daarna de “vingertest”: druk zachtjes op de biscuit; veert het terug, dan is hij gaar. Haal hem direct uit de oven – timing is belangrijk, want biscuit droogt snel uit.
3. Oprollen en afkoelen
Bestrooi een schone theedoek met een eetlepel suiker. Leg de biscuit hierop met de bovenkant naar beneden en trek voorzichtig het bakpapier los. Rol de warme biscuit voorzichtig op samen met de theedoek. Dit voorkomt scheuren wanneer je hem later vult. Laat volledig afkoelen.
4. Vulling voorbereiden
Was de aardbeien, dep ze droog en snijd ze in kleine stukjes. Klop de slagroom met een eetlepel suiker stijf en zet apart.