Alles leek volkomen normaal: het knapperige hoorntje, de zoete geur, de gladde chocoladelaag erbovenop. Maar na slechts een paar happen hoorde ik haar verbaasd zeggen:
– Mam, kijk hier eens naar!
Ik boog me voorover en zag iets donkers en vreemds binnenin, als een stukje papier of gestolde karamel. Eerst dachten we dat het gewoon een klein defectje was, misschien een extra stukje chocolade dat erin was blijven steken. Maar mijn dochter, nieuwsgierig als altijd, besloot wat dieper te graven met haar lepel.
Een seconde later schreeuwde ze. Onder de chocolade, verborgen in de romige laag, zat iets waardoor mijn bloed stolde.
In het ijsje zat een klein wezentje met een staart en scharen.

Een schorpioen. Een echte – dode, maar onmiskenbaar. Te oordelen naar zijn grootte moet het een jong exemplaar zijn geweest.