2. Suiker en boter mengen
Doe de verzachte boter, poedersuiker en kristalsuiker in een grote mengkom. Klop het mengsel tot het luchtig en romig is. Dit creëert de basis voor een zacht koekdeeg en zorgt voor een mooie structuur na het bakken.
3. Eieren en vanille toevoegen
Voeg de eieren één voor één toe, samen met de vanille-essence. Roer tot alles volledig is opgenomen. De vanille geeft het deeg een warme, volle smaak die perfect past bij de karamel-chocoladevulling.
4. Droge ingrediënten combineren
Meng in een aparte kom de bloem en het zout. Voeg dit droge mengsel geleidelijk toe aan het natte mengsel terwijl je blijft roeren. Een te snelle toevoeging kan klontjes veroorzaken, dus rustig mengen zorgt voor het beste resultaat. Uiteindelijk moet je een zacht, stevig deeg krijgen dat gemakkelijk in de hand te vormen is.