« Familie sluit een oudere vrouw niet buiten haar eigen huis, » antwoordde ik. « En ze proberen niet het laatste wat ze bezit te stelen. »
Toen arriveerde Daniel, buiten adem. Zijn gezicht veranderde van verwarring naar ongeloof, en vervolgens naar schaamte toen hij de waarheid hoorde.
« Wist je dat? » vroeg ik hem.
« Nee, mam, » zei hij zacht. « Ik zweer het. »
Clara ratelde over veiligheid, over de toekomst, over het huis « in de familie » houden. Maar Daniel luisterde niet meer. Voor het eerst zag ik iets nieuws in zijn ogen—begrip.
Twee uur later was het huis leeg.
Het geluid was verdwenen. De handdoeken, de borden, het speelgoed—weg. Stilte keerde terug. Een schone, eerlijke stilte.
Ik zat op het terras met een kop thee, precies zoals ik me had voorgesteld toen het weekend begon. De zee bleef—stabiel, geduldig, onveranderd.
Daniel kwam die middag terug en ging tegenover me zitten, hoofd gebogen.
« Het spijt me, » zei hij. « Ik heb je teleurgesteld. »
Ik wachtte voordat ik antwoordde. Sommige woorden hebben ruimte nodig.
« Ik hoef niet dat je kiest tussen mij en je vrouw, » zei ik uiteindelijk. « Ik heb respect voor je nodig. »
Hij knikte. Hij begreep het eindelijk—of althans, hij begon het te begrijpen.