Een week later kwam ik terug—maar niet alleen.
Die ochtend voelde ik geen woede. Alleen iets veel krachtigers: zekerheid.
ALLEEN VOOR ILLUSTRATIEVE DOELEINDEN
De rechtbankambtenaar belde aan. Twee keer. De muziek stopte. Voetstappen haastten zich aan. De deur ging open en Clara verscheen in een badjas, haar zelfvertrouwen verdween toen ze mij naast een advocaat en een politieagent zag.
« Wat is dit? » eiste ze.
« Dit huis heeft één wettige eigenaar, » zei de advocaat kalm. « En jij bent het niet. »
Terwijl de officiële kennisgeving werd voorgelezen, verdrongen haar familie zich in de woonkamer. Haar moeder huilde. Paula riep dat het een misverstand was. Een man pleegde wanhopig telefoontjes. Niets daarvan deed ertoe.
« Deze documenten zijn vervalst, » verklaarde de agent. « Dit is fraude. En de eigenaar heeft ervoor gekozen juridische stappen te ondernemen. »
Clara keek me eindelijk aan—niet met minachting, maar met angst.
« Margaret… we kunnen praten, » smeekte ze. « We zijn familie. »
Familie.
Dat woord betekende op dat moment niets.