De volgende ochtend ging ik direct naar het stadhuis en vroeg om een recente kopie van mijn eigendomsgegevens. De receptionist aarzelde, keek me toen bezorgd aan.
« Mevrouw… Weet u dat er een lopende aanvraag is om van eigenaar te veranderen? »
Een rilling liep door me heen.
Iemand had documenten ingediend waarin werd beweerd dat het huis was overgedragen aan mijn zoon en zijn vrouw. Vervalste handtekeningen. Gewijzigde data. Een doordacht plan.
Ik heb Daniel meteen gebeld.
« Dat is onmogelijk, » zei hij geschokt. « Ik heb nooit iets getekend. »
Toen werd het duidelijk: Clara had me niet alleen beledigd. Ze probeerde van mij te stelen—wettelijk gezien.
Ik heb contact opgenomen met een advocaat. Samen verzamelden we bewijs: hypotheekbetalingen, belastinggegevens, akten, foto’s—alles op mijn naam. Clara had niets.
De advocaat glimlachte kalm.
« Mevrouw Wilson, dit is niet zomaar ongeldig. Het is crimineel. »
Ik heb ze niet geconfronteerd. Ik liet ze blijven. Ik laat ze zich veilig voelen.