ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

‘Neem alstublieft mijn zusje mee, ze heeft honger,’ smeekte ik. Toen draaide ik me om en verstijfde.

Hij grinnikte – een kort, humorloos geluid.

‘Oh, dat weten we,’ antwoordde hij.

Wij.

Voordat ik kon reageren, ging de voordeur open.

Raúl kwam weer binnen, met een plastic tas in zijn hand. Hij nam de situatie in zich op – de vreemdeling, de metalen staaf, mijn angst – en gaf geen kik. Geen schok. Geen verwarring. Zelfs geen aarzeling.

Toen begreep ik de waarheid.

Ik had mijn oom niet om hulp gevraagd.

Ik had de grootste fout van mijn leven in huis gehaald.
« Oom, alstublieft, neem mijn zusje mee… ze heeft de hele dag nog niets gegeten, » smeekte ik, mijn stem brak, terwijl ik me vastklampte aan de rand van de tafel alsof dat me overeind zou houden.

Mijn naam is Javier Morales, ik was toen zeventien, en die middag dacht ik dat ik het juiste deed. Mijn moeder was al weken ziek, mijn vader was maanden daarvoor zonder uitleg verdwenen, en ik was de enige die mijn achtjarige zusje Lucía van de honger kon redden. Mijn oom Raúl, de broer van mijn moeder, was gekomen om « ons te helpen ». Dat zei hij tenminste.

Het appartement rook naar vocht en opgewarmde soep. Lucía lag te slapen op het matras in de woonkamer, zo mager dat ze kleiner leek dan ze was. Ik had besloten mijn trots opzij te zetten en om hulp te vragen. Raúl luisterde zwijgend naar me, leunend tegen het aanrecht, met die serieuze uitdrukking die hij altijd had. Hij knikte langzaam, alsof hij iets aan het berekenen was.

‘Ik denk er even over na,’ zei hij. ‘Ik ga even naar de auto voor een paar dingen.’

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️

Advertentie
ADVERTISEMENT

Laisser un commentaire