In een klein eethuisje vlakbij hing de warmte van koffie en pannenkoeken in de lucht. De kinderen, Maya, Lucas en Ben, aten rustig maar hongerig, terwijl Elena haar kopje thee met trillende handen vasthield.
« Toen je naar San Francisco vertrok, » begon ze, « ontdekte ik dat ik zwanger was. Ik probeerde je te bellen, maar je nummer was veranderd. Ik heb zelfs brieven gestuurd, maar die kwamen ongeopend terug. »
Liam voelde een knoop in zijn borst. « Elena, ik heb het nooit geweten. Ik had je zeker geholpen. »
Ze schudde haar hoofd. « Ik had niets verwacht. Jij had je droom, en ik moest overleven. Ik werkte waar ik kon, maakte kantoren schoon, bediende tafels. Toen kwam de pandemie en raakte ik alles kwijt. Sindsdien zijn we constant verhuisd. »
Tranen vulden haar ogen en Liam voelde zijn keel dichtknijpen. Hij had luxe auto’s gekocht en de wereld rondgereisd, terwijl zij vocht om hun kinderen in leven te houden.
Hij betaalde hun eten en reserveerde een kamer voor hen in een nabijgelegen hotel. Die nacht, terwijl ze voor het eerst in maanden warm sliepen, belde Liam iedereen die hij kende. Tegen de ochtend had hij een sollicitatiegesprek voor Elena geregeld en een klein appartement voor haar en de kinderen gevonden.
De dagen die volgden, waren vol kleine maar betekenisvolle momenten. Liam kwam regelmatig langs, bracht eten, hielp met documenten en bracht middagen door met de kinderen in het park. Langzaamaan kwam er weer wat plezier in hun leven.
Op een avond zei Elena zachtjes: « Je hebt al zoveel gedaan. Je bent me niets verschuldigd. »
Liam glimlachte flauwtjes. « Ik heb alles aan je te danken. Je hebt me drie redenen gegeven om een beter mens te worden. »
Haar ogen glinsterden, maar ze zei niets.
Maanden verstreken. Elena begon te werken als projectassistente voor een van Liams partnerbedrijven. De kinderen begonnen te floreren op school. Liam merkte dat hij minder om bestuursvergaderingen gaf en meer om familiediners, verhaaltjes voor het slapengaan en voetbalwedstrijden in het weekend. De stilte van zijn moderne penthouse maakte plaats voor gelach en lawaai, alsof het leven terugkeerde.
Op een warme zomeravond stonden ze samen op het balkon van haar appartement en keken ze hoe de oranje gloed over de hemel verdween. Elena draaide zich naar hem om en vroeg: « Heb je ooit spijt van het verleden? »
Hij haalde diep adem. « Alleen heb ik je niet eerder teruggevonden. »
Ze glimlachte vriendelijk. « Misschien moesten we allebei leren hoe sterk we in ons eentje konden zijn. »