« Jij bent mijn zielsverwant. »
De stem van mijn zus was droog, bijna klinisch. Niets van een liefdevolle verklaring. Eerder een beschuldiging vermomd als vertrouwen. Op dat precieze moment viel alle gesprekken om ons heen stil.
We waren bijeen om het gouden jubileum van mijn ouders te vieren, in een privéruimte in een restaurant in het stadscentrum. Witte tafelkleden, ingetogen verlichting, beklede wijnglazen: alles was ontworpen voor een warme en elegante avond. Mijn vader was net begonnen met zijn toast, mijn moeder glimlachte en was ontroerd.
En toen sprak Claire.
Mijn jongere zus, die net terug was in de stad na haar scheiding, stond rechtop, haar haar naar achteren gebonden zoals ze had gedaan voor een optreden dat ze niet had gekozen. De vorken bevroren. Ogen richtten zich op mij. Ik voelde dit vertrouwde gevoel: het blootgesteld worden zonder nog te begrijpen waarom.
Mark, mijn man van zeven jaar, zat naast me. De ene hand op zijn dij, de andere… Clandestien. Ik had eerder een vreemde spanning opgemerkt: zijn schouder gespannen, zijn elleboog verkeerd geplaatst. Ik vertelde mezelf liever dat hij gewoon attent was voor Claire, dat hij vriendelijk was.
Ik had het mis.
Claire’s blik gleed naar beneden, toen weer naar mij.
« Hij heeft het me verteld, » voegde ze eraan toe, zelfverzekerder. « Hij zei dat ik zijn zielsverwant was. »
Mijn keel trok samen.
« Claire… Waar praat je over? »
Mark keek eindelijk op naar haar. Zijn gezicht is ontdaan van zijn kleur. Onder de tafel trok zijn hand zich terug, toen trok hij zich terug. Te laat. Claire’s vingers waren met de hare verstrengeld. Ik had niets gezien, maar ik voelde alles.
Mijn vader liet zijn glas zakken.
« Mark? »
Claire legde toen haar telefoon op tafel en gaf hem aan mij. Het scherm toonde een gesprek. Marks naam bovenaan. Late berichten, grappen die ik nooit had gelezen, een foto van hetzelfde restaurant een paar dagen eerder genomen. En deze ijzige zin:
Jij bent mijn zielsverwant. Ik kan niet stoppen met aan je te denken.
Mijn handen trilden terwijl ik door het scherm scrolde. De kamer leek kleiner te worden. Er was geen lucht. Mark boog zich naar me toe, alsof hij kon verbergen wat ik zag.
« Emma… Fluisterde hij, zo zacht dat alleen ik hem kon horen. « Ze is zwanger… »