Nicole was de eerste die de stilte doorbrak.
« Dit is een val, » zei hij, zijn stem brak. « Carmen heeft alles gepland. »
Vader Domingo keek rustig op.
« Het was geen val. Het was vooruitziendheid. En waardigheid. »
Nicole keek me aan alsof ik overal schuld aan was. Haar ogen waren vol woede, maar ook angst. Want voor het eerst begreep ze dat ze niets had gewonnen. Niet de man, niet het geld, niet het leven waarvan ze dacht dat het veilig was.
« Alfredo, » fluisterde ze. « Zeg me dat je dit gaat oplossen. »
Mijn vader antwoordde niet.
Mijn vader antwoordde niet.
Nicole drukte haar lippen op elkaar, pakte haar tas en verliet de kerk zonder om te kijken. Het geluid van haar hakken die tikken, weerklonk als het einde van een illusie gebouwd op leugens.
Enkele seconden gingen voorbij voordat mijn vader zijn hoofd ophief.
« Je moeder… » zei hij met moeite. « Ze was altijd slimmer dan ik. »
Ik voelde geen triomf. Ik voelde droefheid. Want hoewel mijn moeder had gewonnen, had ze dat gedaan door de hoogste prijs te betalen: dertig jaar stilte.