‘Dit is een valstrik,’ zei hij, met een trillende stem. ‘Carmen heeft dit allemaal gepland.’
Pater Domingo keek kalm op.
“Het was geen valstrik. Het was vooruitziendheid. En waardigheid.”
Nicole keek me aan alsof ik overal de schuld van was. Haar ogen waren vol woede, maar ook vol angst. Want voor het eerst begreep ze dat ze niets had gewonnen. Niet de man, niet het geld, niet het leven dat ze dacht zo veilig te zijn.
‘Alfredo,’ fluisterde ze. ‘Zeg me dat je dit gaat oplossen.’
Mijn vader gaf geen antwoord.
Mijn vader gaf geen antwoord.
Nicole perste haar lippen op elkaar, greep haar tas en verliet de kerk zonder om te kijken. Het getik van haar hakken galmde na als het einde van een illusie gebouwd op leugens.
Er gingen enkele seconden voorbij voordat mijn vader zijn hoofd ophefde.
‘Je moeder…’ zei hij met moeite. ‘Ze was altijd slimmer dan ik.’
Ik voelde geen triomf. Ik voelde verdriet. Want hoewel mijn moeder had gewonnen, had ze daarvoor de hoogste prijs betaald: dertig jaar zwijgen.
Een paar dagen later bevestigde de advocaat alles. Het huis, de rekeningen, de bedrijven… alles stond officieel op onze drieën. Mijn vader behield alleen wat hij nodig had om waardig te leven. Niets meer.