Ze droeg een lange jas, maar de wind tilde de stof zo op dat we het witte kant eronder konden zien. Een trouwjurk. Ik werd er misselijk van.
‘Is dat…?’ fluisterde María, bleek van schrik.
‘Zij is het,’ gromde Javier, met gebalde vuisten.
Mijn vader pakte Nicoles hand en kuste die. Voor ieders ogen. Sommige aanwezigen op de begrafenis stonden als versteend. Anderen mompelden, vol afschuw.
Toen draaide Alfredo zich naar ons om, met een kalme, bijna zelfvoldane glimlach op zijn gezicht.
‘Ik heb lang genoeg gewacht,’ zei hij.
De spanning was voelbaar in de lucht.