De volgende ochtend zaten Mark en ik in het kantoor van Dr. Simmons terwijl hij het kleine flesje met een groeiende frons bekeek.
« Dit is… zorgwekkend, » zei hij uiteindelijk. « Ik heb dit nooit aan Linda voorgeschreven. »
Marks hoofd schoot omhoog. « Wie dan wel? »
Dr. Simmons schudde langzaam zijn hoofd. « Dat kan ik niet zeggen. Maar het combineren met haar gebruikelijke bloeddrukmedicatie had gevaarlijke reacties kunnen veroorzaken—verwarring, duizeligheid… zelfs een verhoogd risico op een beroerte. »
Mijn maag draaide zich scherp om.
« Dus… dit kan een rol hebben gespeeld in wat haar is overkomen? » fluisterde ik.
Dr. Simmons vouwde zijn handen. « Het is binnen het bereik van de mogelijkheden. »
Er viel een zware stilte over ons.
Dit was geen verkeerd geplaatst recept.
Dit was een verborgen zaak.
De autorit naar huis voelde ondraaglijk gespannen. Mark klemde het stuur stevig vast, zijn knokkels bleek. Op de achterbank praatte Sophie vrolijk over haar kleuterkunstproject, zich er gelukkig niet van bewust dat haar onschuldige « helpen » zojuist een geheim had onthuld dat jarenlang begraven lag.
Zodra we thuis waren, ging Mark meteen naar de zolder. Walters dozen stonden onaangeroerd sinds zijn dood. Ik volgde hem de krakende ladder op terwijl stof door de lucht draaide. Eén voor één haalde Mark bakjes tevoorschijn die zorgvuldig waren gelabeld in Walters nette handschrift.
Na bijna dertig minuten zoeken opende hij een schoenendoos—en verstijfde.
Binnenin zaten nog vijf receptflesjes. Elke brief stond op Linda’s naam. Alles was in de maanden voor haar beroerte ingevuld geweest. Geen van hen kwam overeen met iets wat Dr. Simmons ooit had voorgeschreven. Sommige waren ongeopend. Andere gedeeltelijk gebruikt. En elke fles bevatte waarschuwingen over interacties of ernstige bijwerkingen.