Mijn man verstopte een geheime doos onder de vloer – de video die ik maakte onthulde de nachtmerrie en redde mijn leven
Mijn hart bonsde zo hard dat ik zeker wist dat David het van de andere kant van de kamer kon horen. Ik lag in ons kingsize bed, probeerde rustig en langzaam te ademen, en keek door mijn nauwelijks open ogen toe hoe mijn man zes jaar lang zorgvuldig door de houten planken onder ons slaapkamerraam had gerommeld. Het was niet de David die ik kende.
Hij was niet de zachtaardige man die me elke ochtend koffie bracht en me op het voorhoofd kuste voordat hij naar zijn werk ging. De man die op de grond hurkte bewoog met de precisie van iemand die het al vaak had gedaan. Zijn handen werkten snel en geruisloos, tilden plank na plank stilletjes op. Het volgende wat ik zag, was dat mijn bloed bevroor. Onder de vloer van onze slaapkamer stond een metalen doos ter grootte van een schoenendoos.
David opende het alsof het iets onbetaalbaars was. En zelfs in het schemerige licht van de gang kon ik zien dat het vol stond met documenten, foto’s en een paar kleine boekjes, paspoorten – veel paspoorten. Ik had zin om te schreeuwen. Ik had de neiging om uit te maken en om een uitleg te eisen.
Maar iets diep vanbinnen zorgde ervoor dat ik volledig stil bleef staan, alsof ik bewusteloos was na wat hij aan mijn thee was gaan toevoegen. Ja, ik had gelijk over de thee. Ik negeerde wekenlang de bittere nasmaak. Het feit dat ik zo diep in slaap viel dat ik me tot de ochtend niets herinnerde.
Een vreemd gevoel dat dingen in mijn huis worden verplaatst terwijl ik slaap. David heeft me bedwelmd. Maar als ik hem nu zie, door documenten en foto’s in die verborgen doos bladerend, realiseerde ik me dat slaappillen nog maar het begin zijn. Het was iets veel groters en engers dan ik had gedacht. Laat me teruggaan en je vertellen hoe ik hier ben gekomen.
Ik lig in mijn eigen bed, doodsbang voor mijn eigen man. Drie uur eerder zat ik aan de keukentafel en staarde naar het kopje kamillethee dat David net voor me had neergezet. Het was ons ritueel. Elke avond om 21:00 uur maakte David thee voor me terwijl ik werkmails beantwoordde of tv keek.
Hij gebruikte altijd dezelfde blauwe keramische mok, voegde altijd precies één theelepel honing toe, en wachtte altijd in de buurt tot ik het dronk. « Je hebt een lange dag op kantoor gehad, » vroeg hij, terwijl hij tegenover me zat. Zijn bruine ogen waren bezorgd en vol liefde—dezelfde ogen die mij liefdevol aankeken op onze trouwdag.
Ja, we hebben problemen met Morrison, » antwoordde ik, terwijl ik mijn handen om het warme kopje sloeg. De thee rook normaal, bloemig en rustgevend, zoals altijd. Maar de laatste tijd ruik ik er een bittere nasmaak in, alsof er een medicijn in zit. Drink het en rust uit, » zei David, en ik hoorde iets in zijn stem.