Toen Lily’s stem, zacht en moe:
« Je bent hier veilig. Mama werkt tot vijf uur, en mevrouw Greene vertrekt rond het middaguur. We komen er wel. »
Tranen vulden mijn ogen. Mijn dochter droeg dit alleen.
Vroeg een jongen zacht: « Lily… moet je het niet aan je moeder vertellen? »
Stilte.
Toen fluisterde Lily: « Ik kan niet. Toen ik slecht behandeld werd op de basisschool, vocht mama zo hard voor me. Ze was elke dag uitgeput en verdrietig. Ik wil haar dat niet nog eens aandoen. »
Ik hield mijn hand voor mijn mond. Ze had me beschermd.
« Ik wil gewoon dat mama gelukkig is, » zei Lily. « Dus ik regel het zelf. »
Een ander meisje voegde zachtjes toe: « Zonder jou, Lily, zou ik niet weten waar ik heen moest. »
« We zijn hetzelfde, » antwoordde Lily. « We zorgen voor elkaar. »
Mijn tranen hebben het tapijt doordrenkt.
Dit waren geen kinderen die spijbelden—het waren kinderen die veiligheid zochten.
En de volwassenen die hen hadden moeten helpen, deden dat niet.
Een jongen voegde toe: « De leraren zien het, maar ze grijpen niet in. »
« Dat komt omdat de directeur hen heeft gezegd dat ze het niet ingewikkeld moesten maken, » zei Lily zacht. « Hij zei dat ik overdreef. Hij waarschuwde me om geen problemen te veroorzaken. »
Mijn handen trilden.
De school wist het.
En koos voor stilte.