Ik zou bij mijn tante in Houston kunnen logeren.
Ik kon onder strikt toezicht thuisblijven, met verplichte therapie voor het hele gezin.
Of ik zou tijdelijk in een pleeggezin geplaatst kunnen worden.
Moeder smeekte me te blijven. Vader probeerde me ervan te overtuigen dat een gezinstherapeut « alles kon oplossen ».
Ethan heeft helemaal niet tegen me gesproken.
Ik koos mijn tante.
Het was geen wraak. Het was geen woede. Het was overleven.
Enkele maanden later vernam ik vanuit Houston dat Ethan zijn beursaanbiedingen was kwijtgeraakt. Sommigen zeiden dat het mijn schuld was. Anderen zeiden dat zijn temperament hem uiteindelijk de das had omgedaan. Beide beweringen klopten.