Bereiding
1. Verwarm de oven voor
Verwarm de oven voor op 160°C. Neem een springvorm van 18 cm en vet deze licht in. Bekleed de onderkant met bakpapier zodat de cheesecake makkelijk loskomt na het koelen. Het invetten van de zijkanten helpt bovendien om scheuren te voorkomen doordat de vulling goed kan zakken tijdens het afkoelen.
2. Bereid de bodem (optioneel)
Doe de kruimels, gesmolten boter en suiker in een kom en meng tot een gelijkmatige, licht plakkerige massa. Druk dit mengsel vervolgens stevig op de bodem van de vorm. Een vlakke onderkant van een glas werkt goed om het geheel gelijkmatig aan te drukken. Bak de bodem 8–10 minuten totdat hij licht stevig is. Laat volledig afkoelen voordat je de vulling toevoegt.
3. Maak de vulling
Klop in een grote kom de mascarpone en suiker tot een glad mengsel. Door rustig te mengen voorkom je dat er te veel lucht in het beslag komt, wat later scheuren kan veroorzaken. Voeg vervolgens yoghurt, eieren, citroensap en vanille toe. Meng opnieuw tot alles net gecombineerd is. Zeef de bloem boven de kom en spatel deze er voorzichtig doorheen. Overmix niet — een zachte beweging zorgt voor de mooiste structuur.