Bereidingswijze
1. De schnitzels voorbereiden
Kruid de schnitzels royaal met zout en peper. Dep droog met keukenpapier voor een gelijkmatige paneerlaag. Haal de schnitzels vervolgens achtereenvolgens door de bloem, het opgeklopte ei en het paneermeel. Door de volgorde aan te houden hecht het paneermeel beter en krijg je een mooie, krokante korst.
2. Schnitzels bakken
Verhit olie of boter in een ruime koekenpan. Bak de schnitzels op middelhoog vuur totdat ze aan beide kanten goudbruin en krokant zijn. Afhankelijk van de dikte duurt dit enkele minuten per kant. Leg de gebakken schnitzels op een bord en dek ze losjes af met aluminiumfolie zodat ze warm blijven zonder hun krokante textuur te verliezen.
3. Begin van de saus – ui en knoflook fruiten
Gebruik dezelfde pan – zo neem je de smaakvolle aanbaksels mee in de saus. Smelt de boter en voeg de fijngehakte ui en knoflook toe. Bak tot ze zacht en glazig zijn. Dit vormt de aromatische basis waarop de hele saus wordt gebouwd.