Tegen de middag had ik al alle mogelijke scenario’s overwogen. Deze reis opgeven betekent drie jaar werk begraven, honderden nachten achter mijn computer, en dat moment waarop mijn teamleider zei: « Anya, je bent geweldig. » Maar als ik wegga, volgens de toon van mijn moeder, is het gegarandeerd een familieboycot. En ik ken ze: ze weten hoe ze druk moeten uitoefenen.
Ik ben opgegroeid in een typisch buitenwijkgezin van Moskou waar « stabiliteit » een heilig woord is. Papa werkte dertig jaar als ingenieur in een fabriek, mama was accountant in de plaatselijke kliniek. Ze waren altijd trots op me: « Anya is ons slimme meisje, ze is naar de universiteit gegaan, ze werkt in Moskou. » Maar hun trots eindigde waar mijn ambities begonnen.
Toen ik naar de hoofdstad vertrok, klaagden ze: « Waarom Moskou? Het is hier rustig. Als ik laat op mijn werk bleef, belde mama met lessen: « Je pusht jezelf te hard, zoek een normale baan dichter bij huis. » En nu, nu ik eindelijk mijn ticket naar de toekomst heb, vinden ze het te veel.
Om twaalf uur ging ik naar buiten om wat frisse lucht te halen. Moskou gonste van alles: auto’s, mensen, de geur van shawarma van de kiosk op de hoek. Ik heb Lena gebeld.
« Lena, heb je mama echt alles verteld? »
« En dan? » Ze had een lichte stem, alsof we het over het weer hadden. « Ik heb hem net verteld dat je naar Amerika ging. En ze zeiden meteen: ‘Hoe kan ze ons verlaten?’ »
« Weggaan? Lena, ik ga werken, niet voor altijd daar wonen! »
« Je weet hoe mama is. Ze wil dat je bij hen in de buurt bent. En dan willen ze dat je Dimka deze zomer helpt. »
Dimma is mijn neef. Vijf jaar, kernenergie. Lena en haar man zijn altijd druk, en de ouders hebben lang geleden besloten dat ik de perfecte oppas ben.
In de zomer sturen ze hem vaak met mij mee naar het huisje, en breng ik mijn dagen door met voor hem zorgen in plaats van te programmeren of slapen. En dat is nu een argument tegen mijn reis.
« Lena, ik hoef niet alles op te offeren voor Dimka. Jij hebt jouw leven, ik het mijne. »
« Oh, Anya, stop. Je bent nog steeds zo onafhankelijk, maar hier lijkt het alsof we niet eens meer een gezin zijn. »
Ze hing op, en ik bleef daar staan, met het idee « geen familie meer » dat steeds rondging. ‘s Avonds ging ik naar het huis van mijn ouders. Ik moest het begrijpen.