Ik had mijn aantekeningen meegenomen naar een productvergadering waar ik in theorie slechts een toehoorder was. Toen de productmanager overging naar het volgende punt, stak ik mijn hand op. Er viel een doodse stilte in de zaal, alsof iedereen zich afvroeg wie een stagiaire aan het woord had gelaten. Ik sprak toen zo kalm mogelijk: « We kunnen de meest frustrerende interfaces herontwerpen zonder de roadmap in gevaar te brengen. We behouden de datadichtheid, maar voegen een grotere tekstmodus toe, permanente meldingen met sluitknoppen en duidelijk zichtbare aanraakzones. We voegen ook volledige toetsenbordnavigatie toe voor de desktopapplicatie en gesproken beschrijvingen die de functie daadwerkelijk uitleggen, niet alleen de pictogrammen. »
Een ingenieur genaamd Carlos leunde achterover. « De vergrote tekstmodus beïnvloedt de lay-out van drie modules. Het is niet zomaar een optie die je aan of uit kunt zetten. »
‘Vervolgens brengen we het uit in bèta onder de Labs-paraplu,’ legde ik uit. ‘We beweren niet dat het perfect is. We vragen feedback van een panel van testers en lossen de problemen op die zij daadwerkelijk gebruiken. Dit panel bestaat uit echte klanten zoals James.’
Priya kwam me niet te hulp. Ze sloeg haar armen over elkaar en liet de stilte vallen. Uiteindelijk verklaarde de premier: « Als we het menen, hebben we een uitvoerend sponsor nodig. Ik kan de uren niet herverdelen zonder een vervanger. »
De kamer opende zich als een school vissen. Richard stond in de deuropening, nadat hij zich tijdens het debat onopvallend naar binnen had geglipt. « Jullie zitten goed, » zei hij. « Lever binnen acht weken een bètaversie op. Evan, jij beheert het klantenpanel. Priya, stuur haar een logistiek coördinator. Als we het kwartaal niet halen, is het ook onze schuld. »