Ze klemde de tas met de gebreide deken vast, knikte langzaam zonder een traan te laten en draaide zich met onwrikbare waardigheid om.
‘Ik begrijp het,’ zei ze eenvoudig. En ze vertrok, haar stappen terug volgend in absolute stilte.
Drie dagen later zat Lucía in haar keuken naar de regen te kijken toen de vaste telefoon rinkelde. Het was het nummer van het ziekenhuis.
“Mevrouw Lucía Fernández?” »
« We bellen u namens de facturatieafdeling van het Centraal Ziekenhuis, » kondigde een ietwat gehaaste, bureaucratische stem aan. « U staat vermeld als contactpersoon voor noodgevallen en als financieel garantsteller in het medisch dossier van uw zoon. De verzekering heeft een deel van de kosten gedekt, maar er waren enkele kleine complicaties en kosten voor een privékamer die niet door de verzekering worden vergoed. Er staat nog een bedrag van $ 10.000 open voor de bevalling. We moeten dit vandaag nog betalen om de ontslagpapieren af te ronden. »
Lucía haalde diep adem. Ze herinnerde zich de twaalf uur durende reis. Ze herinnerde zich de gesloten deur.
Ze herinnerde zich de stem van haar zoon die tegen haar zei: « Ze heeft nooit van je gehouden. »
Met een kalme maar vastberaden stem antwoordde ze:
« Mevrouw, ik denk dat er een misverstand is. Als de vrouw van mijn zoon ‘haar familie’ alleen voor de gezelligheid wil, dan zal haar familie vast ook graag de rekeningen betalen. Ik ben geen familie, ik ben slechts een ongewenste gast. Ik betaal geen cent… »
De stilte aan de andere kant van de lijn was voelbaar.
De secretaresse, die gewend was aan verzekeringen en bankpassen, was niet voorbereid op zo’n scherp antwoord, vol met persoonlijke informatie.
« Maar mevrouw… u staat geregistreerd als… » stamelde de medewerker.
« Haal mijn naam van die lijst af, » onderbrak Lucía met een kalmte die haarzelf zelfs verbaasde. « Laat ze Elena’s ouders bellen. Fijne dag verder. »
Ze hing op. Haar handen trilden lichtjes, niet van angst, maar van de adrenalinekick die ze voelde doordat ze voor het eerst in haar leven een grens had gesteld.
Jarenlang was Lucía hun stille redder geweest.