Die nacht sliepen we met z’n drieën samen in ons bed. Mijn dochter bleef in het midden, haar moeder aan de ene kant en mij aan de andere kant omhelzend. Voordat ze haar ogen sloot, zei ze iets wat ik nooit zal vergeten:
« Papa, ik denk niet dat ik nog naar het weeshuis wil. Ik denk dat mijn plek hier is, bij jou. »
« Jouw plek zal hier altijd zijn, mijn lief. Altijd. »
Wat ik die nacht heb geleerd
Er zijn enkele maanden verstreken sinds dat gesprek in de keuken. Mijn dochter is weer het vrolijke en zorgeloze meisje dat ze altijd was. Ze speelt niet langer stilletjes met haar eten, en ze heeft ook niet die serieuze blik die me die avond zo bang maakte.
Maar die ervaring heeft mij als vader veranderd. Het heeft me geleerd dat kinderen veel meer luisteren dan we denken. Dat ze volwassen gesprekken op hun eigen manier verwerken, en dat die interpretatie soms verwoestend kan zijn.
Ik heb geleerd dat het niet genoeg is om van onze kinderen te houden. We moeten het elke dag aan hen laten zien, niet alleen met knuffels en kussen, maar ook door voorzichtig te zijn met wat we zeggen, hoe we het zeggen en wanneer we het zeggen.
Mijn vrouw en ik zijn nu veel bewuster van onze woorden. We hebben nog steeds financiële zorgen zoals elke familie, maar we gaan er anders mee om. We bespreken oplossingen privé, en voor onze dochter tonen we alleen maar vertrouwen en kalmte.
We begonnen ook meer open gesprekken met haar te voeren. We vragen haar hoe ze zich voelt, of er iets is dat haar zorgen baart, of ze iets heeft gehoord wat ze niet begrijpt. We hebben haar geleerd dat ze met elke vraag naar ons toe kan komen, hoe dom die ook lijkt.