Het moment waarop niemand wachtte
De ceremonie is begonnen. Volkslied. Een discussie over eer, inspanning, weigering om op te geven. James kende elk woord. Hij had ze meegemaakt.
De namen kwamen en gingen. Toen degene waar hij bang voor was en op hoopte tegelijk.
« Aidan Michael Colton. »
James richtte zich op. Zijn zoon verscheen op het podium, langer, breedgeschouderd, rechtop in zijn onberispelijke uniform. De admiraal overhandigde hem het insigne.
Zoals de traditie voorschrijft, is de vraag neergekomen:
« Is er een lid aanwezig om de Trdent vast te pinnen? »
Wees stil.
Aidan scande de kamer. Zijn moeder was er niet meer. Geen oom, geen zichtbare mentor. Alleen lege stoelen.
Toen stak er van achterin de kamer een hand omhoog. Uit reflex. Het gebaar van een vader.
De mouw gleed weg. Contactinformatie. De vervaagde drietand. De naam is gegraveerd in de niet-officiële geschiedenis van de speciale eenheden.
Aidan zag zijn vader. Zijn gezicht verstijfde, toen brak het.
« Admiraal… Mijn vader is hier. »
De admiraal stapte het centrale gangpad binnen. Ze keek naar de man in vodden, toen viel haar blik op de tatoeage. Ze werd bleek.
« Reaper… Fluisterde ze.
James knikte.
Voor de hele vergadering groette ze. Een onberispelijke militaire groet.
James beantwoordde de groet, zijn hand trilde.
Hij stapte naar voren. De instructeurs stonden op. Daarna de rekruten. Daarna de hele kamer.
Aidan rende van het podium af. Hij wierp zich in de armen van zijn vader.
« Ik dacht dat je dood was… » »
James hield hem dicht tegen zich aan.
« Pardon. Ik dacht dat ik je beschermde. »
« Ik ben nog nooit beter geweest zonder jou. »
Applaus barstte los. Maar voor hen was er geen lawaai meer. Gewoon vader en zoon samen.
Op het podium speldde James de drietand tegen Aidans borst.
« Ik ben trots op de man die je bent geworden. »
« Je hebt me geleerd wat het betekende, lang voordat ik erbij betrokken raakte. »