Voorbereiding
1. Maak de zelfgemaakte
béchamel In een steelpan smelt je de boter op laag vuur.
Roer de bloem erdoor en meng stevig met een houten lepel of klopper tot je een homogeen deeg (roux) krijgt.
Giet de melk geleidelijk erin terwijl je klopt om klonten te voorkomen. Blijf roeren tot de béchamel dikker wordt en de achterkant van de lepel bedekt.
Kruid met zout, peper en een snufje nootmuskaat. Zet de verwarming even uit.
2. Het samenstellen van de gratinboter
in een gratinschaal om te voorkomen dat de ingrediënten blijven plakken.
Leg een eerste laag aardappelschijfjes onderin het schaaltje. Voeg een laag bloemkool
toe en strooi dan over de stukjes ham of spek.
Bedek royaal met de béchamelsaus om de ingrediënten goed te bedekken.
Rond af door alles te bestrooien met geraspte kaas. Voor een nog knapperiger touch, voeg er een paar klontjes boter bovenop.