Hij stapte in de deuropening en zag Tessa aan tafel zitten, ellebogen op het hout, schouders trillend. In haar handen hield ze een klein zilveren medaillon, open in haar handpalm.
Ze merkte hem eerst niet op.
« Tessa? » zei hij zacht.
Ze verstijfde en veegde snel haar wangen af. « Het spijt me. Ik dacht niet dat iemand wakker was. Ik ga naar mijn kamer. »
« Wie zit er in het medaillon? »
De vraag ontsnapte hem voordat hij het kon tegenhouden.
Ze staarde naar haar hand. Even dacht hij dat ze niet zou antwoorden. Toen draaide ze het medaillon naar hem toe. Binnenin zat een klein fototje van een klein meisje met heldere ogen en een brede, spleettandige glimlach, terwijl ze een paardenbloem vasthield.
« Haar naam was Lily, » fluisterde Tessa. « Ze was mijn dochter. »
Miles voelde de lucht uit zijn longen verdwijnen.
« Ze is ziek geworden, » vervolgde Tessa, haar stem dun. « We hebben een jaar in en uit ziekenhuizen doorgebracht. Tests, behandelingen, lange nachten in stoelen die nooit bedjes hadden moeten zijn. Ze was drie toen ze… toen ze vertrok. »
Ze drukte haar lippen op elkaar, vechtend om controle.
« Mijn huwelijk heeft het niet gemaakt, » zei ze. « Haar vader had iemand nodig om de schuld te geven, en ik was de dichtstbijzijnde persoon. Hij bleef zeggen dat ik het eerder had moeten merken, harder had moeten pushen, iets meer had moeten doen. Toen hij vertrok, nam hij bijna alles van haar mee. Speelgoed, kleding, foto’s. Dit medaillon is wat ik nog heb. »
Miles pakte een stoel en ging tegenover haar zitten. Hij herkende de blik in haar ogen – de mengeling van liefde en pijn die hij soms in zijn eigen spiegelbeeld zag.
« Ik ben daarna met kinderen gaan werken, » zei Tessa, terwijl ze naar het medaillon staarde. « Peuterspeelzalen, gemeenschapsprogramma’s, gezinnen die hulp nodig hadden. In de buurt van kinderen zijn is het enige wat de stilte draaglijk maakt. Toen je schoonmoeder belde en me vertelde over je jongens, wist iets in mij dat ik moest komen. »
Ze keek op, tranen stroomden nu vrijelijk.
« Ik dacht dat als ik hen kon helpen hun lach weer terug te vinden, het een manier zou zijn om mijn kleine meisje te eren. Ik vervang haar niet. Gewoon… niet verspillen wat ik geleerd heb door haar te verliezen. »
Miles’ stem was schor toen hij antwoordde.
« Je helpt ze niet alleen, » zei hij. « Jij helpt jezelf ook. »