Ze opende de deur langzaam.
Binnen zat een klein meisje van ongeveer acht jaar, met bruin haar en gezwollen ogen van het huilen, op de grond en haar knieën omhelsend.
« Hallo, lieverd, » zei Paloma zacht. « Hoe heet je? »
Het meisje aarzelde.
« Camila. »
« Camila… Wat een mooie naam. Ik ben Paloma. Waarom huilde je? »
Camila raakte haar buik aan.
« Het doet pijn. »
« Heb je honger? »
Het meisje knikte.
« Wanneer heb je voor het laatst gegeten? »
« Ik weet het niet meer… Veronica is het weer vergeten. »
Paloma keek op de klok—het was één uur ‘s middags.
Er was geen teken van eten of de geur van ontbijt.