De Uber-rit naar mijn penthouse duurde vijftien minuten. In die tijd heb ik drie telefoontjes gepleegd. De eerste aan mijn advocaat, om de onmiddellijke opname van alle fondsen te activeren. De tweede aan mijn onderzoeker, om al het bewijs te verspreiden: aan Nathans vrouw, aan de ethische commissie van Morrison & Blake, en aan de balie van Illinois. De derde aan de managing partner van het bedrijf, om hem officieel te informeren over Nathan Cross’ ethische tekortkomingen.
Toen ik thuiskwam, vielen de dominostenen al. Ik schonk een glas whisky in en liet mijn telefoon trillen. Om 21:47 uur had ik meer dan honderd gemiste oproepen. Victoria’s berichten vertelden over het instorten van haar avond: rekeningproblemen, ontbrekend geld, paniekerige investeerders.
Om 22:07 uur werd er op mijn deur geklopt. Victoria stond in de gang, haar knot los, haar make-up aan het rennen. Ze eiste uitleg. Ik herinnerde haar alleen aan de clausules die ze had ondertekend.
Toen begreep ze dat ik vanaf het begin alles wist. Van het eerste hotel in Minneapolis. Ze viel in elkaar op mijn bank, pratend over haar ouders, investeerders, haar carrière. Ik legde hem rustig uit dat zijn keuzes gevolgen hadden.
Toen mijn telefoon weer ging, was het Morrison & Blake: Nathan Cross was net ontslagen en het kantoor trok zich officieel terug uit elke samenwerking met Cambridge & Associates.
Victoria verliet die nacht mijn appartement, kapot.