Het gefluister van collega’s en het bezwaar van de nieuwe manager
Achter zijn rug mompelden collega’s. « Ze verspilt producten, » zei een van hen. « Op een dag zal hij misbruik van haar maken, » waarschuwde een ander. De zaken werden ingewikkelder toen de bakkerij van eigenaar wisselde. Tijdens zijn evaluatie stelde de nieuwe manager voorzichtig voor dat hij zou stoppen.
« Uw vrijgevigheid is bewonderenswaardig, » zegt hij tegen haar, « maar sommige klanten voelen zich ongemakkelijk. Misschien kun je beter doneren aan een asiel? »
Emily luisterde, glimlachte beleefd en veranderde niets—behalve dat ze vroeg begon te komen zodat niemand haar zou zien.
Ze dacht dat haar geheim veilig was, totdat een nieuwe medewerker haar verraste en mompelde: « Ze voert deze zwerver al vijf jaar elke dag. » Een klant in de buurt schudde haar hoofd. « Arme meid, ze denkt dat ze iets bijzonders doet. »
De woorden deden haar pijn—niet omdat Emily gaf om wat anderen dachten, maar omdat ze niet zagen wat zij zag: één persoon, geen probleem.