ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

De noodknop

Achttien maanden eerder geloofde ik nog in sprookjes.

Ik stond in een lichtovergoten kerk, gekleed in de vintage kanten jurk van mijn grootmoeder. Ik hield witte rozen vast, zo puur als de leugens die iedereen om ons heen fluisterde.

« Wat een prachtig stel! » zeiden ze. « Hij is zo succesvol. Jullie hebben zoveel geluk. »

Toeval. Dat woord bleef me achtervolgen.

Zijn naam was Alexander Hunt. Tweeëndertig jaar oud. Hoofdarchitect bij een van de meest prestigieuze architectenbureaus van de stad. Een glimlach die gletsjers kon doen smelten en een blik die eeuwigheid beloofde. We ontmoetten elkaar in het café waar ik werkte toen ik verpleegkunde studeerde. Een zwarte koffie. Een fooi van honderd dollar. Een bedrag gekrabbeld op een bonnetje.

Zes maanden lang volgde een romantische periode. Diners bij kaarslicht, romantische uitjes, verrassingsbloemen in het ziekenhuis. Hij had mijn moeder ontmoet, die me alleen had opgevoed, en mijn broer Carter, een politie-inspecteur, wiens achterdochtige blik me overdreven leek.

« Er is iets mis met hem, » had Carter gezegd. « Zijn ogen zijn leeg. »

Ik lachte. « Je bent paranoïde. Hij is perfect. »

De bruiloft was intiem. Haar familie was afstandelijk. Haar moeder, Willow, was in het zwart gekleed. Haar vader, Anthony, zat constant aan de telefoon. Haar zus, Penelope, was meer bezig met het maken van foto’s van zichzelf dan met het deelnemen aan de ceremonie.

« Ze zijn gewoon gereserveerd, » legde hij me uit. « Oude aristocratie. »

Ik geloofde hem.

De huwelijksreis op Santorini was een droom. Beloftes werden tegen mijn huid gefluisterd. Ik viel in slaap in het paradijs, me er niet van bewust dat ik een pact met de duivel sloot.

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️

Advertentie
ADVERTISEMENT

Laisser un commentaire