De balzaal in de Lakeshore Grand leek wel iets uit een film. De kroonluchters, schitterend, veranderden het plafond in een sterrenbeeld van lichten. Hoge ramen van twee verdiepingen keken uit over het meer, waardoor een late namiddag gouden gloed binnenviel. Ivoren gordijnen, geknoopt met satijn, sierden de muren, en elke tafel verdween onder witte rozen en flakkerende kaarsen.
Als men daar was binnengekomen zonder iemand te kennen, zou men misschien denken: zo ziet perfectie eruit.
Ik heb er ook over nagedacht. Maar met meer zenuwen dan bewondering.
Mijn broer Ethan stond vooraan in de zaal, gekleed in een zwarte smoking die leek alsof hij voor hem was genaaid. Hij droeg die zeldzame glimlach, die zijn blik verzachtte en zijn wangen hol maakte. Hij leek iemand die na jaren van inspanning eindelijk de finish had bereikt.
Ik herinnerde me dat hij tijdens zijn studie twee banen had, ‘s avonds laat thuiskwam, uitgeput, om bij zonsopgang weer weg te gaan. Hij had zijn carrière steen voor steen opgebouwd. En nu zou hij trouwen met Charlotte Whitmore, elegant, verfijnd, uit een wereld waar geld zo aanwezig was dat het onzichtbaar werd.
We zaten achterin de kamer: mijn ouders en ik.
Mijn moeder had de ochtend voor de spiegel doorgebracht, aarzelend tussen verschillende jurken voordat ze een marineblauwe koos. Mijn vader droeg het enige donkere pak dat hij bewaarde voor de grote momenten. We waren niet helderziend. We waren er nooit geweest. Maar we waren trots.
De Lakeshore Grand behoorde duidelijk tot Charlotte’s universum. Alles daar straalde discrete luxe, dure parfums en zelfverzekerde looks uit. Zijn ouders bewogen zich gemakkelijk onder de gasten, deelden glimlachen en vriendelijke opmerkingen uit.
Toen hun ogen op ons vielen, voelde ik deze kleine verandering, onmerkbaar maar echt: een snelle beoordeling, daarna een beleefde desinteresse. Ik probeerde mezelf ervan te overtuigen dat ik overdreef.
Toen kwam Charlotte naderen tijdens de cocktail.
Prachtig, onberispelijk, glimlachte ze gespannen. Ze keek eigenlijk niet naar me. En met een stem die luid genoeg was om gehoord te worden, zei ze:
« Ik had niet gedacht dat Ethans familie hier zou zitten. Een arm gezin verlaagt het prestige van ons huwelijk. »
De wereld leek stil te staan. Mijn moeder werd bleek. Mijn maag knoopte zich samen. Ethan lachte nog steeds aan de andere kant van de kamer, bewusteloos.
En toen deed mijn vader iets onverwachts.
Hij barstte in lachen uit.
Een openhartige, diepe lach die de aandacht trok. Charlotte verstijfde, beledigd.
Mijn vader stond kalm op en zei simpelweg:
« In dat geval gaan we weg. »