Toen de baby van miljardair Harrison Doyle begon te schreeuwen op de transatlantische vlucht van New York naar Genève, bereidden alle passagiers zich voor op een lange en onrustige reis. Niemand aan boord had kunnen bedenken dat de enige persoon die haar kon kalmeren een arme tiener van de luchthavenonderhoudsdienst zou zijn – een jongen wiens stille daad van vriendelijkheid hun beider leven voorgoed zou veranderen.
Het gehuil begon al voordat het vliegtuig was opgestegen. Het geluid scheurde door de cabine, scherp en onophoudelijk. Stewardessen renden heen en weer met flesjes, speelgoed en dekens, maar niets kon het kind troosten. De vader van de baby, wereldwijd bekend om zijn stalen kalmte in het zakenleven, zat hulpeloos, zijn designerpak gekreukt en zijn kaken op elkaar gespannen.
« Alsjeblieft, » zei hij tegen de stewardess, zijn stem zacht maar doordrenkt van vermoeidheid. « Doe iets. »
De begeleiders probeerden het, maar de baby – de kleine Elara Doyle, iets meer dan een jaar oud – schreeuwde harder. Haar kleine handjes grepen naar de lucht alsof ze probeerden te ontsnappen aan iets onzichtbaars.
Achter in het vliegtuig keek een negentienjarige jongen, Isaiah Grant, stilletjes toe. Hij werkte parttime op de luchthaven en had vanwege een overboekte vlucht op het laatste moment een stoel gekregen. Zijn spijkerbroek was verschoten, zijn schoenen waren dun versleten en hij droeg een kleine rugzak met alles wat hij bezat. Hij reisde naar Zwitserland voor een sollicitatiegesprek voor een studiebeurs die zijn leven zou kunnen veranderen.
Jesaja zag iets wat anderen niet zagen. Tussen elke kreet keek de baby angstig naar het raam, waar bliksemflitsen tegen de donkere wolken afstaken. Ze had geen honger. Ze was doodsbang.
Hij aarzelde even en stond toen op. « Pardon, » zei hij zachtjes tegen de dichtstbijzijnde medewerker. « Mag ik iets proberen? »
De conducteur knipperde verbaasd met zijn ogen. « Meneer, dit is de eersteklasafdeling. »
« Ik weet het, » antwoordde Isaiah. « Maar ik denk dat ze bang is, niet boos. Laat me alsjeblieft helpen. »
Na een kort moment van onzekerheid gebaarde de stewardess naar Harrison Doyle. De miljardair keek op, zijn blik was argwanend. « Denk je dat je haar kunt kalmeren? »
Jesaja knikte. « Ik kan het proberen. »
Harrison keek hem even aan en knikte toen kort. « Ga je gang. »
Isaiah kwam langzaam dichterbij en knielde naast het huilende kind neer. Hij begon te neuriën – laag, gestaag, ritmisch. Het was geen liedje van de radio, noch een kinderliedje, maar iets ouder en zachter. Zijn moeder, een ziekenhuisverpleegkundige, neuriede het voor angstige kinderen op de spoedeisende hulp.
De melodie dreef door de hut als een zacht briesje. Geleidelijk aan werden Elara’s snikken minder. Haar trillen nam af. Binnen een paar minuten lag ze vast in slaap tegen de schouder van haar vader.
Er viel een stilte in het vliegtuig. Zelfs de stewardessen stonden verstijfd.