Bereiding van de aromatische basis
Smelt de boter in een grote pan op middelhoog tot hoog vuur. Als het begint te schuimen, voeg dan de fijngehakte sjalotten, laurierbladeren en een paar zwarte peperkorrels toe. Bak het hele gerecht 5-7 minuten, totdat de sjalotten mals en licht bruin zijn, waardoor de boter een zoete, tere aroma krijgt.
Voeg dan de garnalen toe aan de pannen. Laat de garnalenboter langzaam smelten en meng met de boter in de pan. Voeg op dit moment kasjmier chilipoeder en mosterdpoeder toe. Bak het hele gerecht nog eens 5-6 minuten totdat het mengsel een duidelijke, licht nootachtige geur krijgt. Het is belangrijk om in deze fase niet te haasten – hier wordt de diepgang van de smaak opgebouwd.
Doe het afgewerkte mengsel in een schone kom en laat het ongeveer 5 minuten iets afkoelen. Verwijder laurierblaadjes die hun aromatische rol al hebben vervuld.
Ingrediënten combineren
In een grote kom leg je het witte krabvlees. Voeg crème fraîche, geraspte citroenrasp en het sap toe. Meng alles voorzichtig om de structuur van de krab niet te breken, en behoud de natuurlijke, grote stukjes.
Voeg het grootste deel van de fijngehakte bieslook en dragon toe. Kruiden brengen frisheid en een subtiel aroma aan het gerecht, wat perfect de rijkdom van boter en zeevruchten in balans brengt.
Roer tenslotte voorzichtig de afgekoelde garnalen in de boter door, waarbij je probeert een romige textuur te behouden en de ingrediënten gelijkmatig te verdelen. De afgewerkte vulling kan op dit punt worden afgedekt en in de koelkast worden bewaard als je het later wilt serveren.