Maak het opgerolde koekje klaar.
Verwarm de oven voor tot 180°C.
Scheid het eiwit van de dooiers.
Klop de dooiers met de suiker tot het mengsel witter wordt.
Voeg de gezeefde bloem en bakpoeder toe.
Klop het eiwit stijf met een snufje zout en vouw het dan voorzichtig door de bereiding.
Rol het deeg uit op een bakplaat die is afgedekt met bakpapier of siliconen matten.
Bak 10–12 minuten: het koekje moet zacht blijven.
Maak de citroenwrongel klaar
Meng in een steelpan de eieren, suiker en maïsmeel.
Voeg het sap en de schil van de citroenen toe.
Dikt op laag vuur, constant roeren.
Zet de boter van het vuur af en meng de boter.
Laat het volledig afkoelen — de lemon curd moet heel dik zijn.
Maak de citroenmascarponecrème klaar
Klop in een koude kom de mascarpone, vloeibare room, poedersuiker en vanille.
Voeg 1 eetlepel citroensap toe.
Klop tot je een stijve en zijdezachte room hebt.
Stamassemblage
Rol voorzichtig de afgekoelde biscuitcake uit.
Breng een dunne laag citroenwrongel over het hele oppervlak aan, daarna een dunne laag mascarponecrème.
Rol de stam strak op zonder hem te verpletteren.
Leg het op een serveerschaal.
Afwerking & decoratie
Bestrooi met poedersuiker, overtrek citroencurdfilets erop, spuit een paar rozetten mascarponecrème.
Garneer met dunne schijfjes citroen en muntblaadjes.
Zet het minstens 1 uur in de koelkast voor het serveren zodat de room steviger wordt.