3. Smeer de mosterd
Verdeel een dun, gelijkmatig laagje mosterd over het hele oppervlak. Dit geeft de slakken een subtiel pittige ondertoon en zorgt voor een perfecte balans met de kaas.
4. Voeg kalkoen en kaas toe
Leg de plakjes kalkoenfilet gelijkmatig over het deeg. Zorg dat je geen open plekken laat zodat elke slak een mooie hartige vulling krijgt. Strooi vervolgens de geraspte kaas over de kalkoen, waarbij je een gelijkmatige dekking nastreeft zodat de kaas mooi smelt tijdens het bakken.
5. Rol het deeg strak op
Begin aan de lange zijde en rol het bladerdeeg stevig op tot een compacte rol. Een strakke rol zorgt voor mooie, gelijkmatige slakken die hun vorm behouden tijdens het bakken.
6. Snijd de slakken
Gebruik een scherp mes en snijd de rol in 12 gelijke plakjes. Een rustige, voorzichtige snijbeweging voorkomt dat het deeg platgedrukt wordt.