2. Bereid de appels voor:
Schil de appels en verwijder de kern en zaden met een appelkern of mes.
Snijd de appels in dunne, gelijkmatige reepjes voor een gelijkmatig garen.
3. Maak het beslag:
Klop in een grote kom de eieren en suiker met een mixer of handklop tot het mengsel wit en luchtig wordt.
Voeg de mascarpone en vanille-extract toe en meng goed tot je een gladde en homogene textuur hebt.
4. Voeg de droge ingrediënten toe:
Zeef de bloem, bakpoeder en een snufje zout in een aparte kom, en vouw ze dan door de vorige bereiding.
Meng voorzichtig om klonten te voorkomen.
Voeg dan de gesmolten boter toe, nog warm, en meng opnieuw tot het helemaal is verwerkt.
5. Vouw de appels erdoor:
Voeg de appelplakjes toe aan het beslag. Gebruik een spatel om ze voorzichtig te mengen zodat je ze niet breekt. Zorg dat de appels goed bedekt zijn met het beslag.
Lees meer op de volgende pagina