2. Activeer de gist
Kruimel de gist in een deegkom en giet de lauwwarme vloeistof erbij. Roer tot de gist volledig is opgelost. Dit vormt de basis van een soepel deeg met een goede rijs.
3. Meng het deeg
Voeg aardappelpuree, ei, koolzaadolie, zout en suiker toe. Voeg vervolgens bijna alle bloem toe en begin te kneden. In een keukenmachine duurt dit ongeveer 10 minuten; met de hand iets langer. Het deeg moet soepel en elastisch worden en net niet meer aan je vingers blijven plakken. Voeg indien nodig nog een beetje bloem toe, maar houd het deeg altijd licht zacht voor een extra luchtig resultaat.
4. Eerste rijs
Dek de deegkom af met een doek en laat het deeg 30 minuten rijzen op een warme, tochtvrije plek. Tijdens deze rusttijd ontwikkelt het deeg smaak en volume, wat zorgt voor lichte, gelijkmatige broodjes.
5. Verdelen en vormen
Leg het deeg op een licht bebloemd werkoppervlak en verdeel het in 16 gelijke stukken. Voor een consistent resultaat kun je de stukjes wegen; ongeveer 80 g per stuk is ideaal. Rol elk stuk tot een bol en druk het vervolgens voorzichtig plat tot een broodje. Leg de broodjes op een met bakpapier beklede bakplaat.