Maar diezelfde avond, als de etensbel gaat, blijft Greta bevroren. Op het metalen dienblad: een dik rosbief geroosterd, aardappelen belegd met boter, sperziebonen, een warm broodje, perziken in siroop. Ze mompelt ongelovig: « Dus dit is het voedsel van Amerikaanse gevangenissen? »
Een oudere gevangene grijpt haar vork: « Niet aanraken. Het is giftig. »
Een paar seconden later zit luitenant Sarah Tanaka tegenover hen, snijdt haar eigen braadstuk — in alle opzichten identiek — en eet kalm. Vervolgens legt ze uit, in onberispelijk Duits: het Verdrag van Genève vereist dat de Verenigde Staten krijgsgevangenen voeden als hun eigen soldaten. De tekst hangt in de barakken, ondersteund door rapporten van het Rode Kruis.
Op één bord begint alles wat Greta dacht te weten uit elkaar te vallen.