Toen ik wakker werd na de operatie, was de ziekenhuiskamer zowel te licht als vreemd stil. De pijnstillers lieten het plafond golven, maar het bericht op mijn telefoon was scherp.
Het kwam niet van mijn man, Adrien Leclerc — « Kapitein Leclerc » voor de luchtvaartmaatschappij, « mijn liefde » voor mij gedurende acht jaar. Het kwam van een onbekend nummer, vergezeld van een foto: Adrien, glimlachend in een gang in de rechtszaal, naast een vrouw in een marineblauw stewardess uniform. Perfect gebonden haar, onberispelijke make-up. Daaronder een onderschrift: « Gefeliciteerd aan het pasgetrouwde! »
In het begin dacht ik dat het een grap was zonder smake. Ik heb Adrien gebeld. Berichten. Weer. Niets. Toen kwam mijn zus, Mira, de kamer binnen met de blik die mensen hebben als ze bang zijn dat zij de waarheid vertellen.
« Elena… Fluisterde ze. « Dat klopt. »
Een verpleegkundige kwam mijn constanten controleren terwijl mijn wereld op zijn kop stond. Mira las me een artikel voor van een luchtvaartroddelblog: Adrien had een versneld burgerlijk huwelijk gesloten met Camille Renaud, een gastvrouw van zijn langeafstandsvluchten. De foto’s toonden een kleine viering in de lounge van een hotel vlak bij de luchthaven, champagneglazen in de hand, zijn pilootstrepen duidelijk zichtbaar, als een trofee.
De volgende dag belde Adrien eindelijk. Zijn stem was soepel, professioneel, alsof hij tegen een ontevreden passagier sprak.
« Ik heb de bladzijde omgeslagen, » zei hij. « Camille en ik zijn getrouwd. Kom niet thuis. »
Ik heb het laken strakker gemaakt tot de verbindingen wit waren. « Adrien, ik ben in het ziekenhuis. »
Hij zuchtte, geïrriteerd. « Je hebt al maanden niet gewerkt. Ik heb een partner nodig die bijdraagt. Er is geen plek voor iemand zonder baan in mijn huis. »
Ik moest bijna lachen, maar het geluid bleef in mijn keel steken. Ik was niet « gestopt met werken ». Ik had mijn consultatiewerk stilgelegd na een diagnose, chemotherapie, vermoeidheid die elke trap onoverbrugbaar maakte. Adrien had me mijn haar zien verliezen… en uiteraard ook zijn hart.
Mira wilde meteen vechten. Ik heb gewoon mijn bankapp geopend. Een bedrag waar ik zelden naar keek: dertig miljoen dollar aan activa — de investeringen van mijn overleden vader, vastgoed, bedrijfsaandelen die ik streng beheerde.
Ik heb een screenshot gemaakt. Een eenvoudig beeld. Geen commentaar. Toen stuurde ik het naar Adrien.
Vijf minuten. Tien. Toen kwam zijn naam ter sprake.
Toen ik opnam, was zijn zelfvertrouwen verdwenen, vervangen door een nauwelijks ingehouden paniek.
« Elena… We moeten praten. Nu. »