Ga door tot al het deeg op is. Ik krijg meestal ongeveer 60 mini-roomhoorntjes; als je ze groter maakt, krijg je er natuurlijk minder, afhankelijk van het recept. Je hoeft de vormpjes niet opnieuw in te vetten. Bewaar het deeg altijd in de koelkast, want door het hoge vetgehalte is het erg zacht en moeilijk te verwerken. Snijd dus alleen de hoeveelheid af die je nodig hebt.
Klop de eiwitten en 120 g suiker stijf. Verwarm 240 g suiker met voldoende water om de suiker volledig te bedekken tot 115-120 °C. Niet roeren, maar de pan een beetje schuin houden. Als je geen thermometer hebt, doop dan gewoon een metalen ring in het mengsel; als er belletjes verschijnen, is het klaar. Giet de siroop al roerend bij de meringue en blijf kloppen tot de meringue iets is afgekoeld. Zet de meringue even in de koelkast voordat je de gebakjes vult, want dan is hij makkelijker te verwerken.
Vul een spuitzak met een glad, rond spuitmondje met de meringue en spuit deze aan beide kanten in het deeg. Zorg ervoor dat de meringue gelijkmatig verdeeld is. Zet de gevulde broodjes in de koelkast. Bestrooi ze voor het serveren met poedersuiker. Het is nog lekkerder om de broodjes minstens 1 à 2 dagen in de koelkast te laten rusten, maar ze kunnen ook zeker direct uit de oven gegeten worden :o)) Ze zijn dan heerlijk knapperig en mals.
