Het was geen deel.
Het was huur.
Maar wat hen een paar weken later echt brak, was wat er gebeurde bij de buurtvergadering.
Lorraine heeft geprobeerd de geschiedenis te herschrijven.
Ze zei dat ik instabiel was. Dat ik het huis van zijn zoon had gestolen. Dat ik ze onterecht had weggestuurd.
Ze wilde mededogen.
Ze heeft de waarheid gekregen.
De documenten spraken voor zich.
Iemand wees erop dat het huis altijd op mijn naam stond.
Toen voegde een buurman toe: « Hij heeft de papieren ondertekend. Niemand dwong hem. »
Er was totale stilte.
Door mij te willen vernederen, had ze zichzelf blootgesteld.
En de buurt zag geen wrede vrouw.
Ze zagen een vrouw die eindelijk was gestopt met zichzelf te laten gebruiken.