Denise was de eerste die reageerde, zoals altijd door te handelen. Ze ontkende het, beschuldigde Claire van rommelen, van het uitvinden van alles. Claire antwoordde niet. Ze haalde simpelweg een map uit haar tas met de screenshots, de brief van de advocaat, de gemarkeerde verklaringen. Mark stond abrupt op en sprak over respectloosheid, verraad. Claire, haar handen trillend onder de tafel, bleef kalm.
« Ik heb met de advocaat gesproken, » zegt ze eenvoudig.
De discussie liep snel uit de hand. Geschreeuw, geveinsde tranen, beledigingen vermomd als bezorgdheid. Maar Claire wachtte niet langer op hun bevestiging. Ze stopte de documenten terug in haar tas, pakte de sporttas en stond op. Jasmine stond al buiten op hem te wachten, motor aan. Claire vertrok zonder om te kijken.
In de auto begonnen zijn handen eindelijk te trillen. Jasmine kneep in zijn pols. « Je bent veilig, » zegt ze tegen hem. « Je bent bij mij. »
Bij het huis van de Reeds stelde die avond niemand vragen. Ze kreeg pasta, een glas water en kreeg simpelweg te horen dat ze zo lang mocht blijven als nodig was. De volgende dag pleegde Claire telefoontjes. Naar de advocaat. In dienst van het graafschap. Zijn stem trilde, maar aan de andere kant van de lijn werd er naar hem geluisterd. Zonder te oordelen. Zonder te minimaliseren.
De daaropvolgende dagen werden gewijd aan de procedures. Claire haalde haar papieren op, vergezeld door Jasmine zodat ze nooit alleen voor de Harpers zou zijn. Mark noemde het een monumentale fout. Claire antwoordde: « Ik maak een keuze. »
De advocaat bevestigde wat ze vreesde: als het geld was verduisterd, zouden ze ter verantwoording moeten worden geroepen. Claire voelde geen verlangen naar wraak, alleen enorme vermoeidheid bij het idee zo lang uitgebuit te zijn.
‘s Nachts, in de logeerkamer, ontdekte ze een nieuwe stilte. Niemand sloeg de deuren dicht. Niemand keek naar haar. Er bleven gemengde berichten van haar voormalige ouders binnenkomen, maar hun greep nam af.