Later, in het ziekenhuis, glimlachten de medewerkers toen ze aankwamen.
« Mooie aankomst, » zei een beveiliger.
De dokter kondigde een lichte verbetering aan. Niets zeker, maar genoeg om te hopen.
Die nacht viel Mera in slaap in de auto. Ray droeg haar naar zijn bed, hield haar lang vast.
In de dagen die volgden, kreeg het verhaal een onverwachte echo. Een verenigingsleider, een video, steunberichten van overal.
Ray had nooit een symbool willen zijn. Maar zijn gebaar herinnerde velen eraan dat waardigheid niet wordt gemeten aan kleding.
Een van de leveranciers kwam terug om zijn excuses aan te bieden. Met vriendelijke groet.
« Ik ben begonnen met vrijwilligerswerk, » zei hij.
Ray knikte. « Wat telt is wat er daarna gebeurt. »
De Phantom werd een discreet onderdeel van hun dagelijks leven. Ray bleef vuilnisman. De rondleidingen gingen door. Maar op goede dagen zei hij:
« Zullen we een stukje gaan wandelen, lieverd? »
En zijn gezicht lichtte op.
Op een avond zei ze: « Als ik beter ben, wil ik dit voor iemand anders doen. »
Ray glimlachte. « Je zult het doen. »
Een jaar later stonden ze voor de verlichte stad.
« Weet je nog vorig jaar? » vroeg hij.
« Ja. In het ziekenhuis. »
Ze keken zwijgend naar de lichten.
De wereld kan de video vergeten. Maar Ray en Mera zullen de sneeuw op de ramen, de sleutels in een eeltige hand en deze gefluisterde zin nooit vergeten:
« Het is de beste avond van mijn leven. »
Want soms is wat het helderst schittert in een showroom niet een auto.
Het is liefde die alles doet om een belofte na te komen.