Hoofdstuk 1 — Het gouden frame en het ontbrekende portret
Beacon Hill poetste ons gezin op als antiek zilver – alleen de glinsterende stukken bereikten de schouw. Onze koloniale woning met vijf slaapkamers straalde respectabiliteit uit als een maatpak; binnen was perfectie geen waarde, maar een wapen. Tegen de tijd dat ik vier was, had ik de regel geleerd: Allisons uitmuntendheid hoorde tentoongesteld te worden; mijn inspanning hoorde in een la. Elke viering werd een vergelijking. Tweede plaats? « Wat is er met de eerste gebeurd? » Een lintje zonder lijst, een verjaardag zonder toost. Ik was niet de dochter; ik was het waarschuwende verhaal.
Hoofdstuk 2 — Toen ik stopte met optreden
Op mijn zestiende woog ik mijn woorden als breekbaar glas. Toen ik studeerde, vluchtte ik twee metrohaltes en een wereld van verschil naar Boston University, waar ik mijn eigen reis betaalde, strafrecht studeerde en leerde patronen te herkennen voor de kost. Toen Quantico belde, zei ik ja. Toen ik het mijn ouders vertelde, zeiden ze: « Een rechtenstudie zou meer indruk maken op mensen. » Dat was de dag dat ik stopte met van mijn leven een show te maken waar ze nooit voor zouden applaudisseren.

Hoofdstuk 3 — De persoon worden die niemand verwachtte
De FBI Academy heeft me van bot tot instinct herbouwd. Eenentwintig weken vol recht, tactiek, vuurwapens, onderhandelingen – en het stille wonder van lof dat me niet uit het boek wist te wissen. « Volkomen uit het boekje, » zei mijn instructeur na een gijzeling. « Beter dan uit het boekje. » Ik droeg die woorden als een vuurtoren mee in elke duistere zaak die volgde. Binnen drie jaar leidde ik teams in de contraspionage. Binnen vijf jaar had ik een bevoegdheid die ik tijdens het diner niet mocht noemen.