Volgens het onderzoek lopen mensen die:
een oogoperatie hebben ondergaan (bijv. staar),
een hoornvliestransplantatie hebben ondergaan,
lijden aan chronische oogaandoeningen,
eerder een verlaagd aantal endotheelcellen hebben gehad als gevolg van een infectie of ontsteking, mogelijk een groter risico.
Voor hen kan de extra afname een grotere klinische betekenis hebben.
Wat nu?
De onderzoekers benadrukken dat de resultaten niet gebruikt mogen worden in antivaccinatieverhalen. De observaties bestrijken slechts een korte periode – twee maanden na de vaccinatie. Langetermijnstudies zijn nodig om te bepalen of de veranderingen aanhouden en of ze de kwaliteit van het gezichtsvermogen in de komende jaren kunnen beïnvloeden.
Mogelijke toekomstige gevolgen zijn onder andere een verminderde gezichtsscherpte, zwelling of troebeling van het hoornvlies – vooral bij mensen met bestaande oogaandoeningen.
Geen reden tot paniek
Hoewel het vaccin veilig blijft en gezonde mensen geen reden tot bezorgdheid hebben, dringen onderzoekers er bij mensen met oogaandoeningen op aan waakzaam te blijven. Als er na de vaccinatie hinderlijke oogklachten optreden, is het raadzaam een arts te raadplegen.
COVID-19-vaccins spelen nog steeds een cruciale rol in de bescherming van de volksgezondheid. Tegelijkertijd toont de Turkse studie aan dat wetenschappers ook minder voor de hand liggende aspecten van hun effecten – waaronder de impact op de ogen – nauwlettend in de gaten moeten houden.
