Op de laatste ochtend ontbeten we op mijn terras. De zon kwam op boven de oceaan. Mijn kleindochter lachte. Claire leek lichter.
Voordat ik vertrok, heeft ze me lang omhelsd.
« Het is geen einde, mam. Het is een nieuw begin. »
Ik geloofde haar.
Later vond ik een tekening onder mijn deur geschoten: een vlindertuin, twee silhouetten die elkaars hand vasthouden. Onderaan stond zorgvuldig geschreven: « Voor mijn tweede oma. »
Rijkdom, zo begreep ik, had me nooit van mijn dochter weggehouden. Het was stilte die het deed. En soms moet je, om een band te herstellen, bereid zijn de waarheid te vertellen — zelfs als het ongemakkelijk is.
Die dag heb ik niet alleen onthuld dat ik een hotel bezat. Ik heb mijn plek weer gevonden.