« Als je naar buiten komt en ons de ondertekende papieren geeft, lopen we weg. Jij houdt je gezelschap, wij nemen een klein stukje en verdwijnen. Niemand raakt gewond, » riep Tyler, zijn stem trilde.
Logan pakte een glazen fles olijfolie en gooide die in de verste hoek van de kamer.
De fles verbrijzelde tegen de tegels. Tyler draaide zich om en stormde met zijn mes geheven op het geluid af.
In dat fractie van een seconde bewoog Logan.
Hij tackelde Tyler van opzij en dreef hem met een zware kloof tegen de koelkast. De impact sloeg de adem uit hen beiden. Tyler zwaaide blindelings en sloeg hard tegen Logans wang om zijn zicht te vervagen.
Witte pijn schoot over Logans gezicht. Hij proefde metaal. Warmte gleed over zijn huid vanaf een oppervlakkige snee bij zijn wenkbrauw.
« Je bent klaar! » Tyler gromde, worstelend om het mes rond te krijgen. « Je dacht altijd dat je beter was dan iedereen— »
Logan greep zijn pols met beide handen. Ze spanden zich in, spieren trilden, het mesblad kwam gevaarlijk dicht bij Logans ribben. Tyler was jonger, sterker, maar Logan vocht nu voor meer dan geld.
« Voor mijn moeder, » zei Logan door zijn tanden heen.
Hij duwde zijn knie hard omhoog en raakte Tyler in zijn lies.
Tyler hapte naar adem, zijn kracht wankelde net lang genoeg. Logan draaide de meshand scherp om tot Tyler gilde en het liet vallen. Het mes gleed over de vloer en verdween onder het fornuis.
Logan duwde hem achteruit en raakte hem één keer, recht op zijn neus. Tyler viel verdwaasd op de grond, bloed stroomde op het gepolijste marmer.
Hijgend, met een brandende borst, stond Logan boven hem.
« Dit is mijn huis, » zei hij zacht. « En je zult mijn moeder nooit meer aanraken. »
Hij deed een stap achter, liet Tyler kreunend op de grond achter, en rende naar de trap.