Het was twee uur ‘s nachts, de maanverlichte snelweg, dat eenzame stuk waar de tijd vertraagt en het geluid lijkt te vervagen. Mijn vrouw, **Amrita**, en ik kwamen thuis van een feestje bij een vriend toen onze oude sedan twee keer hoestte en weigerde te gehoorzamen. Geen mobiele telefoons. Geen passerende auto’s. Alleen stilte, het zachte gesis van afkoelend metaal en de sterren die boven ons brandden.
Het duurde een uur voordat we de koplampen bovenop de heuvel zagen. De verwoeste **Toyota Corolla** vertraagde en stopte toen. Een jonge man in een vervaagde studententrui kwam tevoorschijn. Hij zag er moe uit, maar vriendelijk.
« Wil ik je een lift geven? » vroeg hij met een zelfverzekerde en kalme stem.
We boden hem geld aan voor benzine, maar hij schudde zijn hoofd. « Ik help graag, » zei hij met een glimlach.
Hij reed ons naar de stad en sprak vrijuit over zijn lessen en zijn parttime baan bij het **Bright Steps Learning Center**. Hij zei dat hij arme kinderen ‘s avonds hielp met het betalen van hun studie. Zijn naam was **Zayd**. Toen we bij de bar aankwamen, wenste hij ons het beste en verdween in de duisternis van de nacht.
We hebben hem nooit meer gezien—of dat dachten we tenminste.